In memoriam Paul Rüpp: laatste der monumentale CDA-provinciebestuurders

Het overlijden van Paul Rüpp markeert vooral ook het einde van een tijdperk in Brabant. Hij was de laatste van de drie monumentale CDA-bestuurders die tussen 1980 en 2009 de toon aangaven in de provinciale politiek.

Jan de Geus en Pieter van Geel gingen Rüpp voor als bestuurlijke talenten uit de kweekvijver van dè partij van Brabant zoals het CDA zich destijds nog kon noemen.

Thans is dit verbond van KVP, CHU en ARP verschrompeld tot een van de vele splinterpartijen die geen vuist kunnen maken. Het ooit zo stabiele provinciebestuur dat het CDA decennialang vormde met PvdA en VVD is weggevaagd.

Paul Rüpp zag de teloorgang van zijn partij met lede ogen aan en keerde zich scherp tegen haar vrijages met het populisme. Het stemde hem droevig dat de christendemocratie zelf de binding met het volk is kwijtgeraakt. Toch bleef hij aanwezig in het CDA, de laatste tijd zelfs als lid van het landelijk partijbestuur.

Van de grote drie is nu alleen Pieter van Geel nog in leven én volop actief als consultant voor lastige maatschappelijke vraagstukken.

De Geus overleed april 2007 op 61-jarige leeftijd, twee weken nadat hij vervroegd was gestopt als burgemeester van Waalwijk.

Paul Rüpp treft 16 jaar later hetzelfde lot. Op ziekteverlof sinds december, trekt hij zich half februari definitief terug als burgemeester van Maashorst, de kersverse fusiegemeente van Uden en Landerd.

Zondag 26 maart 2023 overlijdt de Udenaar, 65 jaar oud, aan de gevolgen van blaaskanker.

De vroege dood van Rüpp is ook tragisch uit het oogpunt van zijn bestuurlijke loopbaan.

Als kersvers Udens raadslid wordt hij in 1991 meteen wethouder op de cruciale post van ruimtelijke ordening en volkshuisvesting. Onder zijn krachtdadige bewind groeit Uden als kool. Industriële bedrijvigheid van formaat vestigt zich op het ene na het andere ontwikkelde bedrijventerrein. Dat gebeurt met weinig compassie voor de landelijke omgeving en de mensen die daar wonen.

Geen nieuwe Oostbrabantse stad

Rüpp streeft ondertussen naar de vorming van een nieuwe Oostbrabantse stad: door samensmelting van Uden met het eveneens expanderende Veghel en het landelijke Boekel. De gemeentelijke herindeling die dan in Brabant woedt is dè kans om dat voor elkaar te krijgen. Rüpp steekt hiervoor zijn nek ver uit maar stuit op te veel verzet, aangevoerd door het CDA dat in politiek Den Haag een blokkade tegen grootschalige herindeling opwerpt.

Deze mislukking luidt zijn einde in als wethouder van Uden. Hij blijft door de jaren heen met vrouw en kinderen wonen in dit verstedelijkte dorp, steeds op rijafstand van het werk. Zijn privéleven wil hij niet opofferen voor een hectisch bestaan in de slangenkuil van politiek Den Haag. En dat blijft hij volhouden.

Een gouden kans

Een half jaar na zijn vertrek als onderwijstopman bij de Brabantse Avans Hogeschool waar hij 12 jaar aan het roer stond, krijgt Rüpp een gouden kans om bestuurlijk te eindigen waar hij begon.

Niemand anders dan hij is op het juiste moment de juiste man op de juiste plaats om de samensmelting van de gemeenten Uden en Landerd vorm en inhoud te geven.

Als aangesteld waarnemend burgemeester van Maashorst presteert hij zo overtuigend dat zijn permanente benoeming een gelopen race is. De andere sollicitanten zijn kansloos.

Ereburger van Brabant

Vlak voor zijn installatie in de gemeenteraad wordt bij hem blaaskanker vastgesteld. De behandeling slaat niet aan. Het einde komt nóg sneller dan gedacht. Paul Rüpp overlijdt een dag voor zijn officiële afscheid als burgemeester. De provinciepenning kan hem als net benoemde ereburger van Brabant niet meer in persoon worden uitgereikt. Deze hoogste provinciale onderscheiding is Rüpp toegekend voor zijn ‘grote inzet en verdiensten in het openbaar bestuur’.

Wat maakte Paul Rüpp nou tot een bestuurder van formaat?

Meteen na zijn aantreden als gedeputeerde van ruimtelijke ontwikkeling, volkshuisvesting en landbouw neemt hij het heft in handen. En torpedeert een vergevorderd plan om veehouderijen rond natuurgebieden via ‘een slot op de muur’ volledig aan banden te leggen.

‘Moreel verwerpelijk’

‘Aan tafel met juristen zeg ik: dus u wilt boeren bestaande uitbreidingsruimte ontnemen, maar heeft daar geen dubbeltje schadevergoeding voor over. Dat is moreel verwerpelijk en gaat dus niet door’, blikt hij terug in een interview met Brabants Dagblad.

De ambtenaren die het slot op de muur hadden bedacht laten blijken zijn besluit onacceptabel te vinden.

‘Dan zijn er volgens mij twee mogelijkheden: neem ontslag of wordt bestuurder. Want die en niemand anders is verantwoordelijk. Ambtenaren moeten vrijuit kunnen adviseren, maar ik beslis en draai ook op voor alle gevolgen. Daar moeten zij op kunnen vertrouwen. Achteraf bleek, ook tot mijn eigen verbazing, hoe zeer dat wordt gewaardeerd’, aldus Rüpp in het interview.

Paul Rüpp blikt in het Brabants Dagblad van 7 december 2009 terug op zijn periode als provinciebestuurder van Brabant. In de jaren tachtig van de vorige eeuw was hij freelance journalist bij deze regionale krant.

Dat met deze CDA-bestuurder niet te spotten valt, merkt direct ook de Brabantse boerenvoorman Antoon Vermeer.

De scene tussen Rüpp en de ZLTO-voorzitter speelt zich af in het Ierse Cork waar een uitgelezen gezelschap Brabantse bestuurders is neergestreken om de herinrichting (reconstructie) van het Brabantse buitengebied vlot te trekken. Een grootscheepse operatie om bekneld geraakte veehouderijen aan de randen van dorpen en natuurgebieden te verplaatsen naar gebieden waar ze weer kunnen groeien. Dit zou gepaard gaan met forse investeringen in verbetering en ontwikkeling van natuur en landschap.

Als Vermeer in Cork op de valreep moeilijk begint te doen, zegt Rüpp hem de wacht aan. De ZLTO moet niet denken dat zij meteen ook de hele operatie kan dwarsbomen door zich niet te binden aan afspraken hierover. Dan zou Rüpp zijn verantwoordelijkheid nemen. ‘Het is geven en nemen en niet alleen nemen’, zegt hij waar iedereen bij is. Ongekend machtsvertoon van een CDA-bestuurder richting de boerenstand.

‘Basaal dierengedrag’

‘Basaal dierengedrag’, relativeert Rüpp achteraf. ‘Met de borst vooruit het verst zien te komen. Even aftasten want Vermeer en ik zijn nieuw voor elkaar. Maar ik moest een grens trekken omdat we dreigden te verzanden in details terwijl we het op hoofdlijnen al eens waren. Maar dit incident heeft tussen ons geen wonden geslagen’, stelt Rüpp drie weken na het bereikte ‘Akkoord van Cork’ in Brabants Dagblad vast.

In dit geruchtmakende interview trekt hij ten strijde tegen het ‘gemillimeter’ met regels. ‘Dat schiet zijn doel volledig voorbij en belemmert woningbouw, bedrijvigheid en kwaliteitsherstel van natuur en landschap.’ Van ruimtelijke ontwikkeling komt op deze manier niets terecht. Zo wenst hij Brabant niet te besturen.

Om de provincie dringend te kunnen verlossen van haar imago ‘dat er nooit iets kan’, overweegt Rüpp het ruimtelijk beleid ‘meteen maar grondig te gaan herzien’. Hij is dan amper drie maanden aan het bewind in het provinciehuis en ontketent een storm van kritiek. Provinciale Staten roepen hem op het matje.

Glansrijk doorstaat Rüpp zijn eerste politieke test in het provinciehuis. Zonder een woord terug te nemen van zijn uitspraken in de krant krijgt hij voluit steun voor zijn strijd tegen de regelzucht.

‘Wij gaan meer vrijheid krijgen’, juichen aanwezige gemeentebestuurders in de zaal. En dat gebeurt ook. Gemeentelijke bouwplannen worden door Rüpp in flink tempo goedgekeurd. En in samenspraak met lokale bestuurders legt hij provinciebreed de ruimte voor woningbouw en bedrijvigheid tot ver in de 21ste eeuw vast. Dat wordt zichtbaar op de ‘Nieuwe kaart van Brabant’ die de Brabantse kranten publiceren.

De bouwheer van Brabant

Rüpp manifesteert zich als de bouwheer van Brabant. Onder zijn bewind trekt de provincie maar liefst 250 miljoen euro uit om woningbouwprojecten in dorpen en steden financieel vlot te trekken. ‘De miljoenste Brabantse woning wordt weldra opgeleverd’, constateert hij vol trots aan de vooravond van de Statenverkiezingen in maart 2007. Als soevereine kopman van het CDA begint Rüpp aan zijn tweede bestuursperiode.

In de eerste vier jaar ontpopte hij zich tot de meest dynamische provinciebestuurder die overal raad mee weet. Groeide daadwerkelijk uit tot de onderkoning van Brabant die hij niet wilde zijn.

Lef

Lef toont Rüpp in oktober 2006 door, als invaller voor zijn bedreigde collega-bestuurder Janse de Jonge, stakende buschauffeurs tegemoet te treden. Die zijn opgerukt naar het provinciehuis waar ’s avonds laat een opgewonden sfeer heerst.

‘Ik wilde geen politiemensen om mij heen. Dat is een teken van zwakte. Geflankeerd door hun actieleiders voelde ik mij veilig genoeg, al kan zo’n massa natuurlijk altijd ontsporen. Maar een bestuurder moet tegen een stootje kunnen. Want zwichten voor dreigementen is echt de bijl aan de wortel van de democratie’, kijkt hij eind 2009 terug op ruim zes tropenjaren als Brabants gedeputeerde.

Rüpp begint dan aan een kalmer leven als bestuursvoorzitter van Avans Hogeschool. Keert terug naar het onderwijs waar hij in 1982 begon als docent Nederlands en door de jaren heen in allerlei nevenfuncties aan verbonden bleef.

Hij kiest het goede moment voor zijn vertrek uit het provinciehuis. De nieuwe Wet Ruimtelijke Ordening regelt nu de vrijheid die hij gemeenten al gaf. De provincie is haar bevoegdheid kwijt om te beslissen over lokale ruimtelijke plannen. Voor een provinciaal bestuurder met ambitie is op dit afgekalfde terrein nog maar weinig werk aan de winkel.

Onwrikbaar

De reconstructie van de veehouderij is ondertussen een voertuig voor ongerichte schaalvergroting geworden. Overal in het buitengebied lopen de spanningen op tussen boeren en burgers die worden omsingeld door steeds grotere stallen met ongekende hoeveelheden vee. Rüpp houdt niettemin onwrikbaar vast aan de afspraken uit het Akkoord van Cork en eist dat ook van alle partijen die zich daaraan verbonden hebben.

Hij pikt het dan ook niet dat de Brabantse Milieufederatie (BMF) herhaaldelijk naar de rechter stapt om regionale reconstructieplannen die voortvloeien uit het Akkoord van Cork aan te vechten en om vergunningen voor uitbreiding en verplaatsing van veehouderijen te torpederen. Maar volgens de BMF komt er zó weinig tot stand voor natuur en landschap dat de reconstructie van het buitengebied is mislukt.

Mes op de keel

Tijdens een politiek debat in Gemert, kort voor de Statenverkiezingen van 2007 eist Rüpp dat BMF-directeur Jan van Rijen op dit standpunt terugkomt. ‘Wij vinden niet dat de reconstructie is mislukt. De afspraken die wij hierover met de provincie hebben gemaakt, staan als een huis’, kruipt Van Rijen door het stof. De milieufederatie mocht toen al geen provinciale subsidiegelden meer gebruiken om tegen de provincie te procederen.

Toch twijfels

Rüpp begint zelf toch ook over de koers van reconstructie te twijfelen wanneer in Brabant de Q-koorts uit geitenhouderijen om zich heen slaat. In zijn nadagen als gedeputeerde werkt hij aan een concreet voorstel voor een gefaseerde groei van veehouderijen om daarmee megastallen te beperken. Maar het komt er niet meer van. ‘De geesten zijn er nog niet helemaal rijp voor’, stelt hij vast. Het CDA had hem gewaarschuwd niet over zijn politieke graf heen te regeren.

Tien jaar later breekt de stikstofcrisis uit. Die raakt inmiddels de hele economie, maar verergert vooral de al heersende woningcrisis. Er wordt steeds minder gebouwd en al helemaal niet voor de mensen die een huis het hardst nodig hebben. Bestuurlijk Nederland staat in beide crises nog steeds met de mond vol tanden.

In Oost-Brabant is de atmosfeer ook nog eens ernstig vervuild door de overmaat aan veehouderijen en verkeer. Daar heerst een ongezond en onprettig klimaat om in te leven.

De taaie problemen waar Rüpp in zijn provincietijd al mee worstelde, krijgt hij in Maashorst voluit weer op zijn bord. Hoe hij die ditmaal als burgemeester zou hebben aangepakt komen wij helaas niet meer aan de weet.

Paul Rüpp heeft zijn karwei niet kunnen afmaken.

Vorige

De apartheid leeft nog steeds in democratisch Zuid-Afrika

Volgende

De frustratie van 22 jaar natuurbeschermingsrecht

  1. Wim Arts

    Hoi Ron,

    mooi en goed doortimmerd verhaal over Paul. Had niet misstaan in het BD, maar ja, daarin vind je tegenwoordig weinig lezenswaardige verhalen…
    Ik ga je volgen op deze site, tot de volgende borrel.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Website gemaakt door Timmermans Media