Brabant Water zwaait komende donderdag Guïljo van Nuland uit als directeur. Dat blijft niet onopgemerkt, want Van Nuland is een centrale figuur in het Brabantse poldermodel.

De Brabanthallen zijn er speciaal voor afgehuurd om in coronatijd veilig 400 gasten op 1,5 meter van elkaar te kunnen wegzetten. Brabantse gezelligheid op afstand, dat wordt nog wat.

De eerste en enige

Van Nuland was de eerste en tot dusver enige directeur van Brabant Water, het grote provinciale fusiewaterbedrijf dat 19 jaar geleden ontstond. Hij zat al zo lang in het drinkwater dat het hier om een verbintenis voor het leven leek te gaan. Gelijk de paus die als leider van de katholieke kerk aanbleef tot en met de laatste ademstoot.

Maar zoals in Rome paus Benedictus XVI met deze traditie brak en levend de Sint Pieter verliet, zo besloot Van Nuland om drie jaar voor zijn pensioen zijn zetel in het Bossche Paleiskwartier te ontruimen. Deze bioloog wil in gezondheid ervaren of er ook zonder Brabant Water nog een zinvol leven mogelijk is.

Het is altijd verstandig om je eigen afscheid zelf te regisseren. Negentien jaar in één topfunctie is inderdaad uitzonderlijk lang, maar dat geldt ook voor de overname van het eigenzinnige waterbedrijf TWM. Die kwestie speelde al voordat Brabant Water met Van Nuland van start ging. Met de gemeente Tilburg werd maar liefst 17 jaar gesteggeld over de prijs. Van Nuland kon dit boek nog net voor zijn vertrek sluiten.

Grondwatervervuiling en bodemverdroging hebben hem 19 jaar intensief bezig gehouden. Kwetsbare winningen in Oost-Brabant moesten worden gesloten vanwege vervuiling of werden verdiept om de natuur te sparen.

Van Nuland neemt afscheid van een kapitaalkrachtig en veelzijdig bedrijf dat onder meer ook industriewater zuivert en gebouwen verwarmt en koelt met grondwater, zoals de High Tech Campus in Eindhoven.

Een meer risicovolle vorm van duurzame energie is dieptewinning van aardwarmte. Van Nuland maakte zich sterk om de Brabantse drinkwaterbronnen daartegen te beschermen. Strenge milieuregels liggen nu vast in een provinciale richtlijn die bij gebrek aan projecten nog niet is toegepast.

Brabant Water deed via een dochteronderneming zelf ervaring op met aardwarmte. Het bleef bij één project, ter verwarming van kassen in Oostvoorne. Van Nuland zag voor het drinkwaterbedrijf geen toekomst in deze tak van sport en verkocht de dochter.

Tegen privatisering

Brabant Water is eigendom van gemeenten en provincie, maar zou op de vrije markt een gewilde prooi zijn. Toen drinkwaterbedrijven eind vorige eeuw dreigden te worden uitverkocht, werd dat wettelijk geblokkeerd door minister Jan Pronk van Vrom. De openbare drinkwatervoorziening hoort volgens Pronk als eerste levensbehoefte in overheidshanden te blijven.

Van Nuland is het daarmee hartgrondig eens. Als lid van een informele denktank van waterbestuurders keerde hij zich toendertijd in het manifest ‘De waarden van water’ tegen privatisering.

Van Nulands vertrek is de eerste aderlating in de polder van Brabant, het overlegcircuit over leven en welzijn in deze provincie. Volgend jaar maart gaan twee andere prominente veteranen, directeur-rentmeester Jan Baan van Brabants Landschap en dijkgraaf Lambert Verheijen van waterschap Aa en Maas, met regulier pensioen.

Zij vonden in Van Nuland een compaan met hart voor natuur en landschap. De baas van Brabant Water nam het ook publiekelijk voor deze belangen op toen hij vanuit het drinkwaterbelang zijn stem verhief tegen proefboringen naar schaliegas in Boxtel en Helvoirt.

Wakker geschud

Voor het zover was, moest de baas nog wél even wakker worden geschud. ‘De waakhond van ons aller kostelijke drinkwater die ferm ten strijde trekt tegen ondergrondse opslag van kernafval, heeft zich in slaap laten sussen door allerlei geruststellende beweringen die vooral een slag in de lucht zijn. Maar dat moet nu snel over zijn’, hekelde ik in Brabants Dagblad de passiviteit van Brabant Water.

Mijn column ‘Stop de gaswinning in Brabant’ van 5 maart 2011 sloeg aan bij Van Nuland. Hij liet zich binnenskamers snel en grondig informeren over de risico’s van schaliegasboringen voor vervuiling van grondwater, dé bron van het Brabantse drinkwater. En trok zijn conclusies die hij al een maand later wereldkundig maakte. ‘Brabant Water eist nul risico bij boringen naar schaliegas’, tekende ik 19 april in de krant uit zijn mond op.

Hoofdrolspeler

Vanuit die stellingname groeide Van Nuland uit tot een van de hoofdrolspelers in het verzet tegen schaliegaswinning.

Een mijlpaal in mijn journalistieke relatie met Van Nuland volgde een jaar later. Om te achterhalen welke chemicaliën in 2008 waren gebruikt voor gaswinningen bij Wijk en Aalburg en Brakel, had ik namens de krant een procedure op grond van de Wet openbaarheid bestuur aangespannen tegen het ministerie van Economische Zaken.

Deze gaswinningen gingen volgens hetzelfde procedé dat ook toegepast wordt bij boringen naar schaliegas. Hier gloorde een unieke kans om op basis van concrete informatie te doorgronden wat zich hierbij in de diepe ondergrond afspeelt.

Tijdens de hoorzitting op het ministerie staakte gaswinner Northern Petroleum zijn verzet tegen openbaarmaking en plaveide daarmee de weg voor minister Verhagen om een lijst met twaalf gebruikte chemicaliën vrij te geven.

Hoe gevaarlijk zijn die vloeistoffen? Deze klemmende vraag legde ik voor aan Van Nuland. Hij zag meteen het belang en liet de chemicaliën analyseren door KWR, het onderzoeksinstituut van de Nederlandse drinkwaterbedrijven.

Conclusie: op basis van alleen kennis over die vloeistoffen en hun giftigheid, valt geen goede inschatting van de risico’s voor mens en milieu te maken. Je moet vooral ook weten hoe de cocktail aan chemicaliën is samengesteld en hoe die zich ondergronds gedraagt. Maar dat hield Economische Zaken geheim, lopend aan de leiband van de machtige gasindustrie.

Uiterste voorzichtigheid

Bij zoveel onzekerheid is juist uiterste voorzichtigheid geboden. Om Amerikaanse toestanden te voorkomen, luidde Van Nulands heldere en vooral goed getimede boodschap richting politiek Den Haag. Dit alles werd breed en prominent uitgemeten in Brabants Dagblad.

Met deze krachtige uitspraak in Brabants Dagblad van 24 februari 2012, eiste Guïljo van Nuland scherper toezicht om milieuvervuiling door winning van schaliegas te voorkomen

Na nog eens anderhalf jaar maatschappelijk en politiek rumoer stierven de boringen naar schaliegas een stille dood. Het groene hart van Brabant bleef daardoor een industriële invasie van Amerikaanse oliebaronnen bespaard.

WATER van Brabant Water

Zijn fijnzinnige gevoel voor publieke relaties etaleerde Van Nuland ook in de Brabantse polder. Hilarisch was zijn openingsact van de Warandelezing die hij tien jaar geleden hield in de Universiteit van Tilburg. Demonstratief tapte de spreker een glas vol met leidingwater, gebotteld mineraalwater terzijde schuivend. Wie zulk kostelijk drinkwater uit Brabantse bodem binnen handbereik heeft, gaat toch niet extra betalen voor mindere kwaliteit? Dan ben je niet goed bij je hoofd! Dat zei ambasseur Van Nuland er niet bij, maar zo kwam het wel over.

Waar de lezing precies over ging ben ik kwijt, maar zijn boodschap blijft hangen. De schrijver dezes drinkt louter Water van Brabant Water.

Stabat Mater

Een evenement maakte Van Nuland ook van de jaarlijkse voorontvangst bij het Stabat Mater in Oirschot. Het langjarige sponsorcontract voor dit prestiegieuze muziekevenement dat Brabant Water erfde van de Waterleidingmaatschappij Oost-Brabant, moest van hem meer betekenis krijgen voor de aandeelhouders en relaties van zijn bedrijf. Daar maakte hij veel werk van.

In de stampvolle zaal van café De Zwaan voor een gehoor van (oud-)burgemeesters, wethouders, statenleden, kamerleden en bestuurders uit de natuur- en milieuwereld, ramde Van Nuland steevast vol humor de boodschap van Brabant Water erin. Zijn speeches sloegen aan, want er werd niet of nauwelijks doorheen geluld. En dat is zeldzaam in de Brabantse polder.

Het Stabat Mater is niet meer en nu houdt ook Guïljo van Nuland ermee op. Donderdag krijgt hij als directeur zijn laatste kans om het vierhonderdkoppige poldermodel nog één keer voor even het zwijgen op te leggen.