Eindelijk viel dan de zomerse regen op de verscheurde bodem. In de dorpskerk wordt de Heer hiervoor bedankt tijdens de zondagse eredienst. De droogte heeft Zuid-Afrika al jaren in haar greep. Maar nu is er verlichting en hoop op betere tijden.

Boeren konden weer zaaien, al kwam de regen voor sommigen te laat in het seizoen om nog witte maïs -‘witmielies’, hét volksvoedsel in deze republiek – te planten. Teveel risico dat het opgroeiende gewas gaat rotten door vroege vorst aan de grond, lezen wij in het Afrikaanstalige Landbouweekblad, al 100 jaar lijfblad van de blanke boerenstand.

Zo is er altijd wat te klagen. Een boer die niet klaagt is geen boer. Maar zeker de nazaten van de Nederlandstalige pioniers die zich in de negentiende eeuw als Voortrekkers in Zuid-Afrika vestigden, hebben recht van spreken.

Ten tijde van de apartheid was de boerenmacht onaantastbaar en fabelachtig productief. Maar sinds de blanke machtsoverdracht aan het ANC een kwart eeuw geleden gaat het bergafwaarts. Voorbij lijkt de tijd dat Zuid-Afrika louter witmielies in overvloed produceerde om de magen van vele armen met goedkope maïspap te kunnen vullen.

Schrijnend watergebrek treft zo’n beetje alle Zuidafrikaanse boeren. Epicentrum van de droogte is de Noord-Kaap, de verreweg grootste provincie van Zuid-Afrika (negen keer Nederland), die reikt tot de buurlanden Namibië en Botswana. Deze dunbevolkte streek is thans zo uitgemergeld dat het van regeringswege te lange leste tot rampgebied werd uitgeroepen.

,,Je eet, slaapt, ziet, drinkt en leeft droogte”, omschrijft de vrouw van een Noordkaapse boerenleider de stress in dagblad Die Burger. Op een begeleidende foto loopt haar echtgenoot over de verschroeide grond naar hun overgebleven schapen. De magere beesten leven nog mede dankzij voer dat wordt geschonken door collegaboeren van elders die er beter voorstaan. Ook kerken bieden hulp met inzamelingsacties. Solidariteit wordt hier te velde nog met Hoofdletters geschreven.

‘Volgend jaar is voor mij het einde in zicht’, hield deze boerenvoorman, Willem Symington, begin dit jaar de minister van Landbouw persoonlijk voor. Die stond even met zijn mond vol tanden.

Want het einde betekent voor boer Symington, nog heel wat meer dan een faillissement. ‘Ik ben een 55-jarige blanke man. Ik kan nergens heen’, zegt hij tegen Die Burger. Tijdens de laatste grote droogte die de Noord-Kaap een eeuw geleden trof, verhuisden veel boeren naar de steden waar zij bij de spoorwegen of in de mijnen gingen werken. Maar zo’n alternatief is er niet meer voor de blanke minderheid te midden van de massawerkloosheid die al heerst onder de zwarte meerderheid.

‘Wij hebben hier alleen de landbouw’, zegt Symington. Naast mijnbouw, draait de economie in de Noord-Kaap inderdaad op de boeren. Vallen zij weg, dan verliezen ook hun arbeiders huis en haard en raken hele dorpen in verval. Deze aftakeling is zichtbaar gaande.

Dus móét Symington als boer zien te overleven totdat zijn land na zeven droge jaren eindelijk weer water krijgt. ‘De regen gaat zeker komen’, praat hij zichzelf moed in. En dat helpt, want in de Noord-Kaap regent het eindelijk weer. En stevig ook, bij tijd en wijle.

De regering heeft inmiddels 300 miljoen rand (19 miljoen euro) aan nationale noodhulp voor de Noord-Kaap toegezegd. Maar dat geld is alleen bestemd voor nieuwe boringen naar grondwater. Dat moet steeds dieper worden gehaald en is vaak brak en daarmee slecht bruikbaar.

‘Wij hebben voer nodig om onze dieren en daarmee ons bedrijf in leven te houden”, klinkt het alom uit de Noord-Kaap. Maar aan dat soort hulp denkt de ANC-regering niet.

Die is vooral druk doende met een wijziging van de Grondwet die nu nog het recht op privaat eigendom beschermt. De regering wil voortaan zelf gaan bepalen tegen welke prijs vooral grond wordt onteigenend. Die prijs wordt nu nog vastgesteld door de rechter, maar deze rechtsgang is de hardliners in het ANC te stroperig. Veel te weinig landbouwgrond komt daardoor volgens hen terecht in staatshanden.

Grondhervorming is van meet af aan een ideologisch ANC-speerpunt om de blanke economische overheersing uit te wissen. In praktijk betekent dit overigens bitter weinig. De overdracht van al onteigende boerderijen aan zwarte boeren stagneert ernstig en veel landbouwgrond raakt daardoor in onbruik, zo heeft de regering zelf aan het parlement gemeld.

Nu de droogte veel boeren in problemen brengt en de agrarische productie slinkt, is grondhervorming in Zuid-Afrika vooral symboolpolitiek die nota bene door president Cyril Ramaphosa nieuw leven wordt ingeblazen.

De opvolger van de corrupte Jacob Zuma die in 2019 werd weggestuurd, startte een charmeoffensief om de kwakkelende economie met buitenlands kapitaal op te krikken.

Investeerders blijven echter weg nu de elektriciteit in het land door wanbeheer van het staatsbedrijf Eskom regelmatig uitvalt. Zij zullen nóg verder worden afgeschrikt als ook het eigendomsrecht op losse schroeven komt te staan.

Het parlementaire spel hierover komt op de wagen, voorafgegaan door publieke hoorzittingen waar voor- en tegenstanders de degens kruizen. Een bitter en langdurig gevecht ligt in het verschiet en zal de reputatie van Zuid-Afrika verder bezoedelen.

Nieuwe misère heeft zich intussen aangediend. De boerencrisis tast de kredietwaardigheid van de Landbank aan. Deze Zuidafrikaanse boerenleenbank – staatseigendom – vormt al sinds 1905 het fundament voor de agrarische ontwikkeling. Maar omdat steeds meer boeren het loodje leggen en hun leningen niet meer afbetalen moet de Landbank zelf hogere rente gaan betalen om nog kapitaal te kunnen aantrekken. Die wordt dan weer doorberekend aan de clientèle die het daardoor nóg moeilijker krijgt.

Deze neerwaartse spiraal leidt tot groeiend onbehagen binnen de boerengemeenschap over de toekomst van de Landbank die ook al wordt geplaagd door wanbestuur vanuit de overheid.

In de Noord-Kaap wordt het gevecht tegen de droogte ondertussen gevoerd met veel inventiviteit en daadkracht. Diep in de Kalahari, het uiterste noordoosten van de Noord-Kaap, werken boeren en overheid samen aan verlenging van een 1475 kilometer lange pijpleiding die water uit twee ondergrondse meren in mijnbouwgebied aanvoert.

Een levensader voor veel boeren en burgers in dit woestijngebied waar droogte een gegeven is.

Deze pijpleiding is het levenswerk van vader en zoon Loots, zo valt te lezen in Landbouweekblad. Paul junior is verantwoordelijk voor het onderhoud. Maandelijks rijdt hij met zijn ‘bakkie’ 6000 tot 8000 kilometer door het zand om problemen in de watervoorziening digitaal op te sporen en te verhelpen. Hightech in de woestijn.

De impact van de droogte kent in Zuid-Afrika vele gezichten. De ene dag lezen wij dat in de Vrijstaat de maïs door de goede regen al op heuphoogte staat en schapen schuil gaan in het groeiende gras. Een dag later staat in de krant dat dezelfde provincie 900 miljoen rand (57 miljoen euro) droogtehulp krijgt. Ook nog eens aanzienlijk meer dan gevraagd! Het gevecht om de verdeling van dit geld begon meteen. Boeren vrezen al weer aan ‘de laaste speen te suig’.

De regering heeft te lange leste de droogte tot nationale ramp verklaard. Dat lijkt heel wat, maar onduidelijk is wat dit toevoegt aan de beperkte hulp die de allerdroogste gebieden al ontvangen. Want de staatskas is leeg.

De minister van water, Lindiwe Sisulu – dochter van ANC-grootheid wijlen Walter Sisulu – heeft nu 26 Cubaanse ingenieurs gecharterd voor hulp bij de bestrijding van de droogte. Cuba wordt vaker te hulp geroepen sinds Fidel Castro het ANC steunde in zijn strijd tegen de apartheid.

In boerenkringen vraagt men zich in alle scepsis af wat de Cubanen komen doen. Goede Zuid-Afrikaanse ingenieurs zijn voorhanden, maar werden aan de kant geschoven.

Het lijkt een desperate poging van Sisulu om er nog iets van te maken op een departement dat door 30 jaar corruptie en wanbeheer op apegapen ligt. In Zuid-Afrika hebben nog steeds 21 miljoen mensen – een derde van de bevolking – geen schoon water.

De minister reisde laatst af naar een uitgedroogd dorp in de Oost-Kaap waar de bevolking in opstand kwam. Zij zegde toe snel watertanks te zullen leveren, maar dat gebeurde niet. Slechte reclame voor het ANC, met de gemeenteraadsverkiezingen van 2021 in het vooruitzicht.

Het watergebrek is te meer schrijnend nu handen wassen er bij het volk wordt ingehamerd als het belangrijkste wapen tegen de verspreiding van het Corona-virus. Zonder water (en zeep) in doorgaans zwakke sanitaire omstandigheden, lopen miljoenen Zuid-Afrikanen besmettingsgevaar.

Los van deze droefenis, koersen de boeren in de Vrijstaat, de maïsschuur van Zuid-Afrika, aan op een recordoogst. Beelden tonen velden vol maïs, waar je ook kijkt.

En in de Kaapse wijnlanden lonkt een prachtige druivenoogst. De droogtedip van 2019 in het eminente bestaan van de Kaapse wijnmakers , is alweer vergeten.

Zo wisselen droogteleed en watervreugde elkaar in onvergelijkbare mate af in het grillige Zuid-Afrikaanse klimaat.